Smaackmakers

Waarom meer lef nodig is in ons landbouwbeleid

Tijdens het symposium ter ere van het 10 jarig jubileum, op 2 oktober, van de Werkgroep Voetafdruk Nederland, de Nederlandse afgevaardigde van het World Footprint Network, presenteerde Hans Meek zijn nieuwe boek Ecologica. Mij werd gevraagd om op Hans en zijn geweldig mooie benadering van de uitdagingen van onze impact op de aarde, te reageren. En dan vooral met een focus op eiwittransitie. Dat doe ik graag. Ik voel me een beetje vereerd zelfs, dat deze machtige wetenschappers van de WVN mij om een reactie vragen. Maar ik denk dat ik wel weet waarom ze dat vragen…

Want de uitdagingen waar we voor staan zijn geen problemen die ons nu ‘t leven onmogelijk maken. Waardoor je morgen niet kan ontbijten door een plots voedseltekort. Precies het gebrek aan die rampen lijkt onderdeel v/h het probleem. We voelen de urgentie niet.

En mijn kinderen waarschijnlijk wel. En misschien daardoor ik en veel jongeren met mij óók. Dat zijn mensen die niet mee willen doen aan dit toneelstuk dat alleen maar gaat over groei. Over meer. Over macht. Over ‘ego’s’.

Ik wil niet alles wat we bereikt hebben tot hier toe in de landbouw zomaar bagatelliseren. Mansholt en zijn credo ‘nooit meer honger’ waren de start van een dankbaar tijdperk waarin we inderdaad geen honger meer hadden. Sterker nog: we kunnen eten wat we maar willen, waar we maar willen, wanneer we maar willen.

Het heeft gezorgd voor hoogst efficiënte productiemethoden, zo efficiënt dat wij, klein NL exportland nr. 2 op de wereld zijn. We hebben schitterende innovaties om heel veel voor heel weinig te maken.

Maar er blijkt een keerzijde aan het glorieuze tijdperk van overvloed. We hadden niet voorzien dat er een tipping point zou komen. Het moment dat de nadelen de voordelen overstijgen. En dat is niet morgen. Dat is NU.

Dat ligt aan hóe we produceren, maar ook, en veel meer nog aan wát we produceren.

Voor diegene i/d zaal die niet direct een idee heeft waarom deze WAT vraag zo belangrijk is:

  • Het overgrote deel van onze kostbare landbouwgrond wordt gebruikt voor de dierenindustrie. 80% welgeteld. Voor dierlijke producten dus.
  • 75% van alle soja, 40% van alle granen: diervoer.
  • En de grootste consument van zoetwater? U raadt het al: de dierenindustrie.
  • We hebben een veelvoud van de grondstoffen nodig voor dierlijke t.o.v. plantaardige productie; We kunnen 6 tot 15 mensen van hetzelfde stuk land voeden.
  • Terwijl het Westen te maken heeft met nu al 2 miljard mensen met overgewicht,
  • zijn er 800 miljoen mensen met honger.
  • En zijn de voorspellingen dat komende oorlogen gaan over water en over voedsel.

Ik hoor u al denken ‘dat zijn eiwitrijke producten, die hebben we nodig’. Maar wist u ook, dat we 150-200% teveel eiwitten eten? En dat bijvoorbeeld vlees niet eens nodig is voor een gezond eetpatroon, aldus het vertrouwde Voedingscentrum.

Maar in de landbouwvisie anno 2018 hebben we het niet over WÁT we zouden moeten produceren voor gezond en voldoende voedsel. Hoe logisch het ook klinkt om dat als uitgangspunt te hebben. Sterker nog het woord gezond komt in de gehele visie niet voor…!!!

De nadruk ligt op een eerlijke prijs voor de boer en betere productiemethoden. Want de boeren moeten blijven. Eerst subsidiëren we hen om ons land uit te putten door ze zoveel mogelijk te laten maken. Nu zullen we ze subsidiëren om de boel weer op te kalefateren. Maar dan wel zo dat we geld verdienen, dat we onze exportland nr. 2 positie behouden. Want dat wil ons ego.

Ik heb te maken met een minister die hardop durft te zeggen: ‘Ik wil niet de minister zijn die de mensen hun stukje vlees afpakt’. En niet in mindere mate bedoelt ze: de minister die verantwoordelijk zou zijn voor het einde van vele veebedrijven. In een tijd waarin het geen keuze ís. Hoezo willen? We moeten.

Rapport na rapport doet aanbevelingen om dierlijke productie en consumptie te verminderen. RivM, PBL, RLi, ja zelfs de FAO. Hoeveel rapporten hebben we nog nodig? Hoeveel bewijslast hebben we nog nodig?

Toch zal je mij in mijn dagelijks leven het woord ‘Minder’ niet vaak horen zeggen. Liever heb ik het over anders. Minder dierlijk, dat klopt, maar dat betekent niet dat je erop achteruit gaat, zoals het woord minder impliceert. Het betekent méér variatie, méér gezondheid, méér dierenwelzijn, méér voldoening en méér rechtvaardigheid. Zowel voor de wereld, voor de anderen, voor de dieren als voor je eigen gezondheid. Ook die van júllie kinderen.

Het is niet eens een win win win. Het is een win win win win win win…

We hebben het over grenzen aan de groei omdat grondstoffen op en bronnen uitgeput raken, maar er is meer dan de vraag of het niet kán. We stellen ons veel te weinig te vraag of het mág. Of wij het recht hebben om zo om te gaan met de mens, natuur en niet in de laatste plaats dieren, als we dat nu doen.

Dat is voor mij geen vraag maar een weet. En ik vraag me af of het voor anderen een vraag zou zijn als zij zich bewust zouden zijn van hoe ons roekeloze rupsjenooitgenoeggedrag anderen, mensen, dieren, het klimaat en alles wat ons zo dierbaar is schaadt.

Hans: jij zegt: de mens is ook maar een dier. Ik ben het daar maar gedeeltelijk mee eens. Wij zijn de enige soort die kán reflecteren. Wij zijn de enige soort op aarde die zich situaties kan voorstellen die er niet zijn. En in plaats van dat vermogen gebruiken om op te komen voor de ander, van eigen soort en andere soort, gebruiken we dat vermogen voor zelfverrijking, voor exploitatie, uitbuiting van gronden, mensen en dieren.

Dat zouden we toch anders moeten doen? En niet vanuit het besef dat men afhankelijk is van anderen, maar vanuit het besef dat anderen afhankelijk zijn van ons gedrag. Dat wat we zouden moeten zorgen voor elkaar. En voor ons thuis, de Aarde.

We hebben niet te maken met een klimaatprobleem, maar met een machts- en egoprobleem.

Deel dit artikel

Andere berichten

Overheid ziet winst in duurzame en gezonde catering

Duurzamere facilitaire dienstverlening zorgt voor positieve impact. Maar op welk vlak is nu de meeste winst te behalen, in termen van klimaatimpact én gezondheid? Juist: catering. Tijdens de Circulaire Beurs van de Rijksoverheid op 10 Lees verder

Compass Grop toont lef in haar ambities

Afgelopen jaar heeft Smaackmakers Compass Group mogen adviseren in het formuleren van een visie, missie, doelen en maatregelen om te komen tot plantaardiger cateringaanbod. Ons ideaal. Want het begint bij het neerzetten van een hele Lees verder

Vegan is “Hip” en niet meer Geitenwollen Sokken

Trends in catering 2022: “Plantaardig wordt het nieuwe normaal” Interview met Natascha Kooiman in Nieuwsbrief FACTO van 5 januari 2022: Welke trends op het gebied van (bedrijfs)catering kunnen we voor het komende jaar verwachten?   Met Lees verder